Rook-, gas- en codetectoren

Waar rook is, is vuur. Rook verspreidt zich sneller dan vuur en is daarom meestal het eerste wat opgemerkt wordt. Om snel ‘gealarmeerd’ te worden, kan je op verschillende plaatsen in je lokaal een detector voorzien. Bij het detecteren van teveel rook, gas of CO geeft het toestel een scherp geluidssignaal.

Waar hang je een rookmelder?

Je plaatst best minstens één rookmelder op elk niveau van het gebouw. Omdat rook stijgt, bevestig je de rookmelder aan het plafond, best in het midden van de gang of ruimte, op minstens een halve meter afstand van de wand. Rookmelders die je in een gang plaatst, hang je best op een plek waar de meeste deuren van (slaap)ruimtes samenkomen. Hang rookmelders niet op plaatsen waar tocht is, bijvoorbeeld vlakbij roosters voor ventilatie of luchtverwarming. Hang rookmelders ook niet waar het veel warmer is dan de rest van de ruimte, zoals boven een radiator of een ander verwarmingstoestel.

Vermijd ook plekken waar waterdampen of dampen van bakken en braden kunnen hangen, zoals dichtbij de deur van een douche/badkamer of keuken.
CO-melders moeten in principe ook op elke verdieping voorzien worden. Zorg er wel zeker voor dat er een CO-detector voorzien is in de ruimtes waar geslapen wordt. 

De plaatsing van gasmelders is afhankelijk voor welk soort gas je wil opsporen. Dient de gasmelder om aardgas te detecteren, dan hang je hem net zoals een rookmelder aan het plafond, gezien aardgas stijgt. Wil je dat de melder jou waarschuwt wanneer er flessengas ontsnapt, dan mag de gasmelder niet hoger dan 30 cm boven de vloer hangen. Flessengas is namelijk zwaarder dan lucht en zal dus dalen.

Soorten rookmelders

Er zijn verschillende soorten rookmelders. De meest professionele (en dus ook duurdere) zijn aangesloten op een alarmsysteem en het elektriciteitsnetwerk. Voor de meeste jeugdwerkorganisaties zijn autonome rookmelders meer aangewezen, omwille van hun lage kostprijs en eenvoudige plaatsing. Deze autonome rookmelders werken op een batterij. Je moet maandelijks (!) de werking van deze batterij testen. Daarom zijn deze rookmelders uitgerust met een knop om de werking van de melder en de batterij te testen. Een rookmelder zendt een onderbroken geluidssignaal uit wanneer de batterij vervangen moet worden. De batterijen van vele rookmelders gaan maar één jaar mee, maar ondertussen bestaan er al rookmelders waarin batterijen zitten met een levensduur van 5 jaar.

Er bestaan ook autonome rookmelders op batterijen die je via een eenvoudig kabeltje toch met elkaar kunt verbinden zodat een melding van rook op verschillende plekken in het gebouw mogelijk is.

Goed om weten

Jaarlijks dien je een rookmelder ook af te stoffen om een goede werking te garanderen. Dit doe je best met een stofzuiger.
Om met zekerheid te weten of de rookmelder die je koopt voldoet aan de geldende normen, koop je er best eentje met het BOSEC-certificatieteken en met een zo lang mogelijke garantie. Hieronder vind je de basisvoorwaarden waaraan een rookmelder moet voldoen.

De rookmelder:

  • moet CE gemarkeerd zijn;
  • moet voldoen aan de norm NBN EN 14604;
  • moet reageren op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal;
  • mag niet van het ionische type zijn.
  • Kies voor een rookmelder met een niet-vervangbare batterij. Dit komt misschien iets duurder uit, maar je bent gerust voor 10 jaar. 
  • Kies voor een rookmelder met een niet-vervangbare batterij. Deze zijn iets duurder