Lening bij de bank (hypothecaire lening)

Het is absoluut niet vanzelfsprekend om als vzw een lening te verkrijgen bij een bankinstelling. Een bank kijkt bij het toekennen van een lening immers naar de beschikbare terugbetalingscapaciteit. Je zult hen er dus van moeten overtuigen dat je zo’n lening kunt afbetalen. De bank zal daarvoor harde waarborgen eisen en vragen dat iemand zich ‘hoofdelijk’ borg stelt. Dat is echter niet zonder gevaar. Als het verhaal van de vzw slecht afloopt, kan de ondertekenaar immers nog jaren opdraaien voor de openstaande schuld. Een dergelijk risico moet echt wel maximaal gemeden worden. Informeer of er eventueel andere instanties of organisaties zijn die zich borg willen stellen voor de lening (gemeente, parochie, enz.).

De voorwaarden voor de lening zullen opgelegd worden door de bank. Die zal ook bepalen hoeveel rente je moet betalen. Hij zal je een overeenkomst voorleggen. Hierin worden nagenoeg dezelfde vragen beantwoord als in de opsomming bij de onderhandse lening.

Bij een hypothecaire lening moet er een leenakte opgesteld worden. Die moet getekend (‘verleden’) worden voor een notaris. De leenakte wordt ook geregistreerd in een registratiekantoor. De kredietverstrekker neemt daarnaast een hypotheek op een onroerend goed, meestal de woning van de kredietnemer. Dat biedt een bijkomende zekerheid voor de kredietverstrekker, die in bepaalde gevallen beslag kan leggen op het gehypothekeerd onroerend goed.