Concretiseer je dromen

In het eerste puntje droomde je wat weg. Je stelde enkele grote lijnen op (bv. 200 personen, 40 jaar, milieuvriendelijk...). Nu is het tijd om daar dieper op in te gaan. Wat tot nu toe enkele vage ideeën of uitgangspunten waren, moet je concretiseren tot een gefundeerd ‘bouwprogramma’.

Bij nieuwbouw kun je gewoon van start gaan met het opstellen van het bouwprogramma.
Bij een verbouwing is het van belang dat je eerst onderzoekt wat de mogelijkheden zijn van het gebouw. Op die manier vermijd je dat je uitgewerkte bouwprogramma plots onmogelijk wordt. Daarna kun je ook hier het bouwprogramma beginnen op te stellen.

Probeer van bij aanvang duidelijk te krijgen met welk doel het lokaal gebouwd wordt. Is het enkel voor de eigen vereniging bedoeld of zul je het lokaal delen? En met wie dan wel? Wil je het lokaal ook verhuren voor kampen? Wil je een fuifzaal? Zou je een polyvalente zaal willen bouwen? Wil je repetitieruimtes voorzien? ...
We helpen je op weg met wat vragen en voorbeelden van antwoorden/keuzes:

Welke lokalen heb je zeker nodig en hoe groot moeten ze zijn (minimum en maximum)?

Misschien kun je voor sommige functies hetzelfde lokaal gebruiken.

Voorbeeld:

  • 4 lokalen (min. 1 m²/persoon als je vooral buiten speelt en 2 m²/persoon voor de jongste leeftijdsgroepen)
  • 1 leidingslokaal (waar je met 40 personen kunt vergaderen)
  • 1 materiaalberging (30% groter dan bestaande toestand)
  • 1 minikeuken
  • Voldoende toiletten met één toilet voor rolstoelgebruikers
  • Een overdekte buitenruimte
  • Een ontmoetingsruimte met toog, een multifunctioneel lokaal (film, activiteiten...), een bergruimte en vergaderlokaal

Waar wil je je lokalen inplanten in je gemeente?

Weet je welke plannen de gemeente heeft met de wijk waar je naartoe wilt of waar je bouwgrond kunt krijgen? Is de locatie bereikbaar met het openbaar vervoer?

Voorbeeld:

  • Liever aan de rand, nabij het speelbos
  • Er moet een fietspad tot bij het lokaal komen
  • Het lokaal moet veilig bereikbaar zijn
  • In het ruimtelijk structuurplan van de gemeente (in te kijken op de dienst Ruimtelijke Ordening) is het gebied ingekleurd als recreatiezone
  • Is de locatie bereikbaar met openbaar vervoer? Zo niet, informeer bij De Lijn of dat in de toekomst wel zo zal/kan zijn
  • Niet midden in een woonbuurt, om geluidsoverlast te beperken
  • Wat vind je van verhuur tijdens de weekends en/of vakanties?

Een bouwprogramma hoeft niet lang te zijn. Zo verlies je je niet in details en bewaar je het overzicht. Je kunt bijvoorbeeld beter ‘snel en zuinig verwarmen’ opschrijven dan nu al een type verwarming te kiezen of uit te sluiten. De kleur van de DJ-tafel en of er al dan niet prikborden nodig zijn, kun je op het einde van de rit bekijken. Punten waar je het niet over eens bent, kun je later nog onderzoeken.

Wat je zeker helder moet krijgen, is de intensiteit waarmee en de manier waarop het lokaal gebruikt zal worden. Is het de bedoeling dat alleen jouw jeugdvereniging het twee dagen per week gebruikt, of kies je voor een multifunctioneel gebouw dat ook op andere momenten gebruikt kan worden?

Elke functie heeft voordelen, maar ook nadelen en kosten. Wanneer je het lokaal verhuurt als bivakplaats of als fuifruimte krijg je extra inkomsten. Zo zijn er jeugdverenigingen met succesverhalen die in vijf of tien jaar de volledige bouwkosten terugverdiend hadden.

Daartegenover staat dan weer de extra (financiële) inspanningen: om aan de bijkomende normen te voldoen, om het lokaal iedere keer klaar te zetten, om de verhuur op te volgen...
Voor je definitieve keuzes kunt maken, moet je dus altijd een grondige kosten-batenanalyse maken. Die extra inspanning wordt zeker beloond. Het is altijd beter – en meestal goedkoper – om een lokaal op maat van de noden van de jeugdvereniging te ontwerpen dan dat er achteraf nog aanpassingswerken moeten gebeuren.

Tips

Het kan al eens zinvol zijn om een ander bouwprogramma als voorbeeld te nemen (‘zoals een dwerg op de schouder van een reus al wat verder kan kijken’) of om andere jeugdlokalen te bezoeken (‘stelen met de ogen’).

  • Bekijk je huidige lokalen eens aandachtig. Wees eerlijk en eens niet te krenterig (want ‘de gierigheid bedriegt al eens de wijsheid’). Bovendien maak je zo’n nieuw bouwprogramma voor iedereen al wat tastbaarder als je het vergelijkt met de huidige gebouwen.
  • Soms kan een opmeting al veel duidelijk maken. Op een plan kun je misschien al zien welke mogelijkheden het bestaande gebouw heeft. Misschien is optimalisatie een betere ingreep dan nieuwbouw. Met een plan kun je ook snel terecht bij bouwprofessionals, zowel voor kostenramingen als voor advies.