Wat wil je?

Wat is je droomlokaal? Wat is je droomjeugdhuis? Waarschijnlijk is dat droomlokaal niet realiseerbaar, maar op basis van dat vertrekpunt kun je verder nadenken. Je zult gedwongen worden om realistischer keuzes te maken en enkele ‘droompjes’ te schrappen, aan te passen of uit te stellen. Een droombeeld opstellen, kun je best zonder dat je een concrete plek in gedachten hebt. Wil je in die eerste fase al te concreet zijn, dan sluit je al eens iets potentieel interessants uit. Daarom is het neerschrijven van een ‘droombeeld’ sowieso de eerste stap. Wat eerst nog enkele vage ideeën of uitgangspunten zijn, wordt later wel geconcretiseerd tot een gefundeerd ‘bouwprogramma’. Rij je dus niet vast in een oeverloos debat over wat al dan niet haalbaar is. Het komt erop aan enkele principes te benoemen. Hoe pak je dat aan?

Er zijn uiteraard tal van manieren. Je kunt een brainstormoefening doen met de volledige bouwploeg en alle leiding, je nodigt de jeugdhuisbezoekers uit om hun mening in een ‘bouwplannenbox’ te droppen, je dumpt mensen in het huidige lokaal en laat hen voor één ruimte hun toekomstdromen uittekenen. Je kunt een enquête verspreiden, je kunt de leden hun eigen lokaal laten tekenen, noem maar op!

Als jeugdwerkers zijn jullie sterk genoeg om dat methodisch aan te pakken. Over het ‘hoe’ zullen we het hier dus niet verder hebben. We willen je wel prikkelen met enkele vragen om tot bepaalde krijtlijnen te komen.

De hamvraag blijft uiteraard: “Over welke infrastructuur zou de vereniging graag beschikken?”. Met welke elementen kun je allemaal rekening houden om dat in kaart te brengen?

  • Wat is de gedroomde locatie voor je gebouw? Bereikbaarheid, speelpleinen, bossen, sportterreinen, geen burenoverlast, veilige wegen…
  • Wat is jullie gewenst gebruik? - Eén dag in de week, meerdere dagen, verhuur voor overnachting, verhuur polyvalente zaal... - Wil je er ook in kunnen fuiven of er repetitieruimtes in onderbrengen?
  • Hoe groot moet het gebouw zijn? Aantal leeftijdsgroepen, verschillende ruimtes, (verwacht) ledenaantal...
  • En hoe moet de buitenruimte (rond het lokaal) eruitzien? Beton, gras, zand, bomen, struiken, heuvelachtig...
  • Welk imago wil je uitstralen? De manier waarop mensen hun huizen inrichten, vertelt vaak veel over de mensen zelf. Hetzelfde gaat op voor verenigingen. Een zeescoutsgroep wil misschien een lokaal met een bootachtig uiterlijk?
  • Dachten jullie ook al aan de milieuvriendelijkheid? Waterput, duurzame materialen, zonnepanelen, degelijke isolatie, dubbel glas, zongericht, spaarlampen, toiletten op regenwater, passiefhuisconcept – wil je hiervoor gaan?
  • We zouden geen jeugdwerk zijn als we ook geen oog hadden voor de kindvriendelijkheid. Lage deurklinken, ramen op ooghoogte, bereikbare lichtschakelaars...
  • Ook de (kind)veiligheid is belangrijk. Of niet? Wil je zorgen voor veilige stopcontacten? Een antislipvloer?
  • Wil je het gebouw toegankelijk maken? En voor wie? Enkel voor rolstoelgebruikers? Of ook voor visueel gehandicapten? En wil je dat voor het gehele gebouw, of maar voor enkele ruimtes?

Er zijn heel veel vragen die je kunt stellen. De principes waarvan je droomt, zou je in enkele regels moeten kunnen vatten. Waar wil je naar streven? Wat is het belangrijkste?

Een voorbeeld

  • We willen een duurzame oplossing voor minstens 40 jaar.
  • We willen voldoende plaats om te spelen en ruimte om te groeien voor een groep van 200 leden.
  • We willen een kindvriendelijk, (brand)veilig en onderhoudsarm lokaal en terrein.
  • We willen een lokaal dat zo energiezuinig en milieuvriendelijk mogelijk is. De opsomming van dergelijke principes is meestal zo logisch dat iedereen uit je vereniging zich erachter kan scharen. De realisatie ervan zal wel wat moeilijker zijn. Wat doe je bijvoorbeeld als je een overeenkomst voor een erfpachtregeling kunt krijgen, maar voor minder lang dan de vooropgestelde 40 jaar?