Moet ik 6% of 21% BTW betalen op mijn jeugdlokaal binnen een scholencomplex?

Om een gebouw te laten gelden als een schoolgebouw voor het verlaagd btw-tarief van 6%, moet het hoofdzakelijk gebruikt worden voor btw-vrijgesteld onderwijs. Volgens de wetgeving - Circulaire 2018/C/6 van 18 januari 2018 - kan de infrastructuur ook voor andere doeleinden worden gebruikt, zolang het schoolgebouw voornamelijk wordt gebruikt voor onderwijsdoeleinden.

Deze wet vereist dat het hoofdzakelijke gebruik per gebouw wordt beoordeeld, behalve als er een basisakte is opgesteld. In dat geval worden elk privatief deel en het bijbehorende deel van de gemeenschappelijke ruimtes apart beoordeeld.

In sommige schoolgebouwen wordt een beperkte ruimte gebruikt voor activiteiten die niet gerelateerd zijn aan onderwijs, zoals een cafetaria bij een schoolsporthal, die alleen buiten de schooluren door verenigingen wordt gebruikt.

Recentelijk eiste de fiscus dat dergelijke beperkte ruimten zonder onderwijsgerelateerde link volledig uitgesloten moesten worden van het verlaagd tarief. De minister van Financiën heeft echter bevestigd dat wanneer een gebouw of een deel ervan wordt gebruikt voor andere doeleinden dan onderwijs, de administratie de oppervlakte als criterium gebruikt om te bepalen of het hoofdzakelijk wordt gebruikt voor onderwijsdoeleinden.

Zodra meer dan 50% van de oppervlakte van het gebouw wordt gebruikt voor vrijgesteld onderwijs, wordt het gebouw beschouwd als een schoolgebouw. Deze toepassing van de 50%-regel is ook voordelig voor samenwerkingen tussen scholen en lokale besturen.