Kwetsbaarheid

Verkeer & kwetsbaarheid

De meest gemeenschappelijke beleving die kinderen en jongeren in het verkeer hebben is 'dat ze zich kwetsbaar voelen'. Dit gaat zowel over 'verkeersveiligheid' als over sociale onveiligheid: gedrag van oudere jongeren tegenover jongere, onveilige buurten, een niet verlichte fietsweg, ...

Gevoelsmatig

Op zich is het zich 'niet veilig' voelen in het verkeer een subjectieve beleving.
Jongeren vinden een bepaalde verkeerssituatie eerder 'lastig' of 'gevaarlijk'.

Geen fietspad op een landelijke weg is lastig, een onoverzichtelijk kruispunt is gevaarlijk.

Jongeren associëren de overmacht van de 'auto' met asociaal gedrag. "Ze rijden mij 'expres' bijna in de gracht."

Cijfermatig

Er zit een grote 'waarheid' in die beleving van jongeren, zeker als we gaan kijken naar de ongevallencijfers. Ondanks de absolute daling van het aantal ongevallen blijven kinderen, jongeren én jongvolwassenen de grootste risicogroep. Bij 15- tot 29-jarigen is het verkeer zelfs doodsoorzaak nummer één!

Wat alvast opvalt, is dat beleving van jongeren en objectieve waarnemingen elkaar hier ontmoeten!

Waarom zijn kinderen en jongeren meer kwetsbaar?

Ongevallen worden veroorzaakt door meerdere componenten, we denken dan vooral aan: voertuig, infrastructuur (omgeving), gedrag (mens).

Vaak is de oorzaak niet enkel aan één van bovenstaande factoren te wijten. Ongevallen worden immers veroorzaakt door een samenloop van meerdere ongunstige omstandigheden. Bijvoorbeeld overdreven snelheid in combinatie met weersomstandigheden, rijden onder invloed en de aanwezigheid van een scherpe bocht. De auto mist de bocht en rijdt de nietsvermoedende, onbeschermde fietser aan ...

Voertuig

Jongeren zijn vooral gebruikers van 'onbeschermde' vervoerswijzen, zoals de fiets. Uit onderzoek blijkt dat voor (brom)fietsers, voetgangers en motorrijders het risico per afgelegde kilometer tien keer groter is dan de gemiddelde verkeersdeelnemer.

Infrastructuur

Een andere oorzaak vinden we in het gebrekkig ontwerp en slechte staat van de infrastructuur. Hierdoor worden vaak te hoge eisen gesteld aan de (nog beperkte) taakbekwaamheid van kinderen. Zo wordt een verkeersader een echte barrière op een fietsroute als er geen goede oversteekvoorzieningen zijn. Of een niet geschoren heg belemmert het zicht.

Gedrag

Ten slotte mogen we niet vergeten dat ook het gedrag van de verkeersdeelnemers een belangrijke, zoniet dé belangrijkste factor is van de ongevalrisico's ...

Kinderen zijn nog volop in hun fysieke, mentale en sociale ontwikkeling. Daardoor zijn ze beperkt in hun mogelijkheden en wijken ze af van het 'normaal' geacht verkeersgedrag. Hun reactiesnelheid, evenwicht, informatieverwerkingscapaciteit, inzicht in het verkeersproces zijn immers niet optimaal.

In omgevingen met kinderen en jongeren zouden dan ook volgende maximumsnelheden gehanteerd moeten worden:

  • voor peuters en kleuters (zonder begeleiding): geen autoverkeer of maximum 5 km/uur;
  • voor kinderen tot 12 jaar en speelse adolescenten: maximum 30 km/uur;
  • oudere jongeren en volwassenen: 40 à 50 km/uur.

Kinderen en jongeren zijn ook niet gefocust op de verkeerstaak (ze zijn gefocust op het plezier van het zelfstandig kunnen fietsen en exploreren de nieuwe omgeving), beslissen niet-rationeel (ik neem de kortste baan om links af te slaan) en zijn snel afgeleid (praten met vriendjes is veel leuker).
Het risico op ongevallen is het hoogst telkens men in contact komt met nieuwe vervoermiddelen of -situaties. Het vertrouwd raken of ervaring opdoen is uitermate belangrijk. De nodige capaciteiten en vaardigheden leert men al doende. Met de leeftijd neemt de kennis en inzicht in verkeerssituaties ook toe, maar soms overschat men zijn eigen vaardigheden al eens. Pas vanaf 13 à 14 jaar kan men adequaat reageren in het verkeer.

Onderzoek bij jongeren tussen 12 en 15 jaar stelde vast dat jongeren zich in groep wel eens wagen aan onvoorzichtig gedrag in het verkeer. Ze vormen dan een bedreiging voor zichzelf en anderen!

Als jongeren in de slachtofferrol zitten is dit natuurlijk ook het gevolg van het onvoorzichtig verkeersgedrag van andere verkeersdeelnemers. Verkeersdeelnemers die bijvoorbeeld aanbevolen snelheden niet respecteren, voetgangers geen voorrang verlenen, of skaters niet opmerken, ...