Gas

Gas is enorm explosief, en dus bestaan er rond het gebruik en de opslag van gasflessen de nodige veiligheidsregels.

Veel jeugdwerkingen gebruiken propaan of butaan gasflessen om gasbekkens of andere gasinstallaties op aan te sluiten. ‘Weet waarmee je bezig bent’ is de belangrijkste tip die we je hier kunnen geven. Een ongelukje is snel gebeurd, maar zeker met gasflessen kan dat grote gevolgen hebben.

Tips voor het gebruik van gas

  • Leg geen stock van gasflessen aan. De opslag van verschillende gasflessen houdt namelijk heel wat risico’s in.
  • Gebruik enkel flessen of vaten van het goedgekeurde type. 
  • Gebruik de gasfles steeds met een ontspanner (of drukregelaar). 
  • Duid op de flessen aan of ze vol of leeg zijn.
  • Na gebruik draai je de kraan van de fles dicht. Ook bij problemen doe je dit meteen. Sluit de gasfles en spoor de oorzaak van het probleem op.
  • Natuurlijk is open vuur en roken bij de gasopslag verboden.
  • Elke gasfles, ook als ze in gebruik is, dient buiten opgesteld te worden. Ze dient daar best overdekt, goed afgeschermd en goed geventileerd opgesteld te staan. Bovendien wordt zo’n gasfles best met een slot vastgemaakt tegen diefstal en omvallen. Van buiten kan dan een gasleiding naar binnen getrokken worden.
  • Check regelmatig de gasslang op lekken, verkleuring, vervorming, beschadiging of poreusheid. Vervang de slangen tenminste om de 5 jaar. 
  • Zorg dat de gasslang zich steeds buiten het bereik van de vlam bevindt.
  • Zorg voor een goede ‘lengte’ van je slang. Als de slang te lang is, dan heb je drukverlies en is de kans op beschadiging groter. Als de slang te kort is, dan bevindt ze zich te dicht bij de warmtebron en is de bewegingsruimte te beperkt, waardoor ze kan scheuren of lekken. De advieslengte is maximaal twee meter. Staan de flessen toch verder opgesteld dan 2 meter, dan moet je vaste leidingen laten installeren door een vakman.