Obligatielening

Als eigen middelen of middelen uit giften niet volstaan om het project te financieren, kan je vereniging op zoek gaan naar ‘vreemd vermogen’. Bij een obligatielening wordt de som die de vereniging bij haar geldschieters wil lenen in kleinere stukken gesplitst. Zo krijgen sympathisanten de kans om te investeren in delen van het project. Je krijgt dus te maken met een relatief grote groep geldeisers.

Aan dit systeem zijn wel enkele voorwaarden verbonden. Zo moet je onder meer een vzw zijn en moet de mogelijkheid om een obligatielening uit te schrijven in de statuten vermeld worden. De geldschieters krijgen een uitgifteblad waarop alle details vermeld moeten worden.

Het lotingsysteem

Een mooie en haalbare toepassing van de obligatielening is een ‘lotingsysteem’. De intekenaars betalen een bepaald bedrag per lot. Hiervoor krijgen ze een bewijs, een soort aandelenbriefje. Elk jaar worden er mensen uitgeloot die hun bedrag terugkrijgen; op het einde van de afgesproken periode (bijvoorbeeld 10 jaar) is iedereen aan de beurt geweest. Ook in een lotingsysteem ga je dus een krediet aan. Als het kleinere loten betreft, zijn er wel soms sympathisanten die afzien van terugbetaling – dan mag je hun geld dus houden.
Op het lot moet een en ander vermeld worden. Wil je een lotingsysteem toepassen, dan kun je best vooraf inlichtingen inwinnen bij een deskundige ter zake of bij mensen met de nodige ervaring.