Bepleistering

Bij pleister maakt men onderscheid tussen binnen- en buitenpleister. Terwijl buitenpleister in wezen uit kalk of cement, zand en andere stoffen bestaat, is binnen het gevoeligere gips het bindmiddel bij uitstek.

Materiaal Prijs Hanteerbaarheid Onderhoud & slijtage Milieuvriendelijkheid Gebruikscomfort
Pleister obv cement +++ +/- - + n.v.t.
Pleister obv kunstharsen -- - + -- n.v.t.
Kalkcementpleister - - + ++ n.v.t.
Traskalkpleister + +/- + +++ n.v.t.

Het gebruikscomfort werd niet gequoteerd omdat dit niet van toepassing is op een bepleistering.

Woordje uitleg

Buitenpleister op basis van een hoog cementgehalte dicht de muren goed af tegen spatwater, maar verhindert dat waterdamp erdoor gaat. Hierdoor blijft er water achter de bepleistering zitten, bevriest en duwt de bepleistering van de muur af. Het is vrij hard en gevoelig voor scheuren die ook weer water kunnen opnemen.

Kunstharspleister kan door gebruik van siliconen harsen dampopen zijn en heeft dit nadeel dus niet, maar de gebruikte kunstharsen zoals epoxyharsen, polyesterhars, methylmethacryl en polyurethaan zijn uit weinig milieuvriendelijke productieprocessen afkomstig.

Voor een buitenpleister zou de voorkeur moeten uitgaan naar een klassiek mengsel van kalk en zand (cfr. gevelbezettingen van herenhuizen van begin deze eeuw) dat ook een modernere uitvoering kent: de kalkcementpleister.

Een traskalkbepleistering ziet eruit als een cementbepleistering en heeft ongeveer dezelfde mechanische eigenschappen. Daarnaast is ze wel dampopen en ongevoelig voor hoge zoutconcentraties in metselwerk. Traskalk heeft een veel lager energiegehalte dan cement en is daardoor milieuvriendelijker.

Binnenpleister

Bij je keuze voor een geschikt bindmiddel dien je rekening te houden met het feit of je een droge of een vochtige ruimte wenst te bepleisteren. De eerste drie materialen in de tabel zijn geschikt voor droge ruimtes, de laatste drie voor vochtige.

Materiaal Prijs Hanteerbaarheid Onderhoud & slijtage Milieuvriendelijkheid Gebruikscomfort
Gewone gips ++ - + - n.v.t.
Natuurgipspleister ++ - + + n.v.t.
Leem -- +++ - ++ n.v.t.
Cement +++ + +++ + n.v.t.
Traskalk + + ++ +++ n.v.t.
Schuurpleister obv kalk + ++ ++ + n.v.t.

Het gebruikscomfort werd niet gequoteerd omdat dit niet van toepassing is op een binnenbepleistering.

Woordje uitleg

Droge ruimtes

Binnenbepleistering bevat meestal gips dat goed hecht op diverse ondergronden. Klassiek is ‘knauf’ dat gewonnen wordt uit fosforgips, een afvalproduct uit de fosforzuurbereiding dat de kwalijke eigenschap heeft lichtjes radioactief te zijn.

Voor dezelfde prijs is er natuurgips (Lambert, Gyproc) afkomstig uit groeven en rookontzwavelingsgips dat als afvalproduct van rookfilters overblijft (meer uitleg over gips bij het onderdeel wand- en plafondsystemen). Het plaatsen van een gipsbepleistering moet zeker door een vakman uitgevoerd worden. Kleine reparaties aan een gipspleister kunnen zelf uitgevoerd worden; het komt erop aan het juiste moment af te wachten wanneer de gips ‘gesponst’ en ‘gepolierd’ kan worden. Enkel gips dat niet ouder is dan 3 maanden geeft goede resultaten. (Gips in kleine verpakkingen in doe-het-zelf-zaken is meestal ouder dan 3 maanden!)

Wel geschikt voor de handigere harry’s is de leempleister die uit een mengsel van leem, grof zand en gemalen stro bestaat. Deze pleister is echter minder stevig en daardoor niet geschikt voor wanden die tegen een stootje moeten kunnen. Kleine beschadigingen zijn wel gemakkelijk bij te werken. Zowel een gladde afwerking als een ruwere structuur zijn mogelijk.

Vochtige ruimtes

Voor vochtige ruimtes zoals douches, badkamers en kelders is een gipsbezetting niet geschikt. Een cementering, eventueel op basis van traskalk is de goedkoopste en beste oplossing.

Voor ruimtes die betegeld worden is er speciale schuurpleister op de markt op basis van kalk met een nog betere verwerkbaarheid. Tot 2 dagen na het aanbrengen kan de pleister met een lat worden afgeschraapt en rechtgetrokken.